Honden
Honden ter adoptieHonden ter dekkingGezochte hondenKennel geregistreerd bij Raad van BeheerKenniscentrum
Alle artikelenRassengidsOndersteuning
Portaal voor ondersteuning & veiligheidDe Berner sennenhond is een grote, krachtig gebouwde berghond van Zwitserse afkomst. De hond heeft een schofthoogte van 64-70 cm (reu) of 58-66 cm (teef) en is overwegend zwart met bruinwitte aftekeningen op kop, borst en poten. De vacht is lang en golvend. De naam van het ras verwijst naar kanton Bern waar deze hond gefokt werd. 'Sennen' betekent zoveel als 'boeren in de Alpen'.
Beweerd wordt dat het ras afstamt van zwarte dogachtige honden die de Romeinen in Zwitserland importeerden. Hieruit ontwikkelden zich verschillende typen sennenhonden ('boerenhonden'). Deze rassen verdwenen echter geleidelijk totdat een aantal Zwitserse kynologen in het Dürrbachgebied in de buurt van Bern zich gingen toeleggen op het fokken van de huidige Berner sennenhond. De hond die eerst 'Dürrbächler' werd genoemd kreeg zijn huidige naam een jaar na de oprichting van de eerste vereniging voor dit ras in 1908.
De Berner sennenhond hoort een waakzaam maar beheerst karakter te hebben. De waakzaamheid van de Berner beperkt zich tot het terrein en de leden van het eigen gezin. De hond is niet overmatig fel en grijpt alleen in wanneer het echt nodig is. Tegenover eigen mensen is de Berner sennenhond zeer aanhankelijk. De zelfstandigheid die de Berner sennenhond heeft ontwikkeld vanwege de taken waarvoor hij is gefokt, kan leiden tot eigenwijs gedrag. Dit maakt dat het ras een zeer consequente training nodig heeft. De hond kan goed overweg met kinderen.
Het ras heeft weinig genetische variatie waardoor erfelijke ziektes veel voorkomen. Verschillende vormen van kanker treffen de Berner. Ook heupdysplasie, elleboogdysplasie, artritis, autoimmuunziektes en nierproblemen vormen gezondheidsproblemen voor het ras. Nierproblemen kunnen grotendeels worden voorkomen door het continu - de hele dag door - beschikbaar stellen van vers drinkwater.
Ook ligt het gevaar van een maagtorsie op de loer, dit is meestal dodelijk en kan alleen door direct ingrijpen worden opgelost, de eerste tekenen zijn opzwelling van de buik door gasvorming. De honden hebben geen hoge levensverwachting en worden gemiddeld 8 jaar oud.