Honden zijn er in allerlei verschillende soorten en maten. Er zijn grote honden, kleine honden, actieve honden en honden die het liefst de hele dag languit in hun mand liggen. Kortom er moeten bij de aanschaf van een hond veel keuzes gemaakt worden. Bij echte rashonden komen de eigenschappen van goed overeen met de rasstandaard, maar bij rasloze honden kan er vaak slechts een inschatting gemaakt worden op basis van de eigenschappen van de ouders. Er zijn wel duidelijke verschillen op te merken tussen grote en kleine honden. Beiden hebben hun eigen voor- en nadelen.
Een grote hond is veelal duurder in onderhoud en verzorging dan een kleine hond. Grote honden eten meer, hebben een grotere mand nodig en accessoires zijn veelal duurder in aanschaf. Grote honden hebben vanwege hun omvang en kracht, een baas nodig die hen met overwicht en gezag in bedwang kan houden. Grote honden dwingen door hun omvang meestal wat meer respect af, waardoor het vaak betere waak- en verdedigingshonden zijn.
Kleine honden zijn over het algemeen wat energieker en kunnen in sommige gevallen wat luidruchtiger zijn. Een kleine hond heeft minder leefruimte en beweging nodig en voelt zich vaak wat beter thuis in de stadse omgeving of een flatwoning, dan een grote hond doet. Ook ligt de levensverwachting van een kleine hond vaak aanzienlijk hoger dan die van een grote hond. Er zijn kleine honden die wel meer dan 15 jaar oud kunnen worden.
Bij de keuze van een hond moet er vooral gekeken worden naar het type hond dat het beste past in de leefsituatie waarin deze terecht komt. De keuze voor een hond enkel baseren op het uiterlijk of het imago is zeer onverstandig. Een hond die zich niet thuis voelt in zijn leefomgeving, te weinig aandacht krijgt of waarvan het karakter niet aansluit bij dat van het baasje, zal zich diep ongelukkig gaan voelen. Dit ongelukkige gevoel uit zich vaak in grote gedragsproblemen.