Coccidia zijn microscopisch kleine, eencellige protozoaire parasieten die in de darmwand van honden leven en een infectie veroorzaken die bekend staat als coccidiose. Hoewel deze parasieten ook katten kunnen besmetten, zijn ze soortspecifiek en niet overdraagbaar op mensen.
Coccidiose veroorzaakt meestal spijsverteringsproblemen, vooral diarree, en kan ernstig zijn als het onbehandeld blijft, vooral bij jonge pups of honden met een verzwakt immuunsysteem. Vroege herkenning van de symptomen is essentieel voor tijdige dierenartsinterventie en succesvolle behandeling.
Puppy's zijn het meest kwetsbaar voor een coccidia-infectie, vaak krijgen zij het via contact met de ontlasting van hun moeder rond een leeftijd van acht tot twaalf weken. Honden met een verzwakt immuunsysteem, waaronder oudere honden of honden met andere gezondheidsproblemen, lopen ook een hoger risico. Veel volwassen honden dragen de parasiet zonder symptomen, maar kunnen ziek worden als hun immuunsysteem afneemt.
Besmetting vindt plaats wanneer een hond oöcysten, de immature infectieuze vorm van coccidia, opneemt. Dit gebeurt meestal via besmette ontlasting, aarde, voedsel of water. De overdracht kan direct zijn, door contact met besmette ontlasting, of indirect via besmette voorwerpen of omgevingen. Stress en ziekte kunnen het immuunsysteem verzwakken, waardoor de parasiet een klinische infectie kan veroorzaken.
Kenmerkend is diarree die vaak waterig, slijmerig en soms met bloed is. Honden kunnen ook lusteloos zijn, tekenen van uitdroging vertonen, buikpijn hebben, overgeven, gebrek aan eetlust tonen en gewichtsverlies. Omdat deze symptomen ook bij andere maag-darmproblemen voorkomen, is een veterinaire diagnose noodzakelijk.
Dierenartsen stellen coccidiose vast door microscopisch onderzoek van ontlastingsmonsters, waarbij oöcysten van coccidia worden aangetroffen. De behandeling bestaat meestal uit antiparasitaire medicatie die door de dierenarts wordt voorgeschreven om de parasiet te bestrijden. In ernstige gevallen, vooral bij pups of bij uitgedroogde honden, kan ondersteunende zorg zoals infuusbehandeling nodig zijn.
Na de behandeling is een controleonderzoek door middel van ontlastingstests 10 tot 14 dagen later belangrijk om te bevestigen dat de parasiet volledig is verwijderd.
Het voorkomen van coccidiose berust op het handhaven van een goede hygiëne en het verminderen van besmetting met ontlasting. Zorg ervoor dat hondenpoep snel en grondig wordt opgeruimd, vermijd drukke of sterk besmette plekken voor pups en laat tijdig een dierenarts de gezondheid controleren.
Eigenaren moeten zich ervan bewust zijn dat oöcysten in de omgeving tot wel een jaar kunnen overleven. Grondige reiniging en ontsmetting van leefruimten is daarom cruciaal. Verantwoord fokken en zorgvuldige gezondheidscontrole dragen eveneens bij aan de bescherming tegen deze en andere parasitaire infecties.
Coccidia zijn kleine darmparasieten die vooral diarree en spijsverteringsproblemen veroorzaken bij pups en immunogecompromitteerde honden. Vroege signalen herkennen en snel dierenartsadvies inwinnen zorgt voor het beste herstel. Samen met behandeling helpt goede hygiëne en stressvermindering om infecties te voorkomen, waardoor uw hond gezond en comfortabel blijft.