Fietsen met de hond

Fietsen met de hond is een goede manier om een hond in korte tijd veel te laten bewegen. Een hond is lekker in beweging en heeft een goede manier om zijn overtollige energie kwijt te raken. Wekelijkse een rondje fietsen, kan daarom een goede aanvulling zijn op de dagelijkse wandelingen. Fietsen is naast dat een goede manier, ook relatief veilige manier van bewegen. Een hond maakt geen gekke draaibewegingen en de kans op een pijnlijke botsing met een speelkameraadje is niet aanwezig. Echter moet er met een aantal zaken rekening worden gehouden wanneer u van plan bent om met uw hond te gaan fietsen. Uiteraard moet de hond fysiek in staat zijn dergelijke belasting aan kunnen, maar ook moet de duur en de afstand zorgvuldig worden opgebouwd. Daarnaast is het verstandig om het fietsritje op warme dagen in te korten, of in zijn geheel over te slaan. Op dagen met temperaturen boven de 20 graden is de kans dat een hond oververhit raakt tijdens een fietsritje, namelijk erg groot.

Vanaf welke leeftijd met de hond fietsen?

De leeftijd waarop er met een hond gefietst kan worden is per hond verschillend. Het is daarom verstandig de fietsleeftijd van een individuele hond, altijd in overleg met de dierenarts te bepalen. Kleine honden ontwikkelen zich vaak wat sneller dan grotere hondenrassen, waardoor deze veelal fysiek wat eerder in staat zijn om de belasting van het fietsen aan te kunnen. Maar in alle gevallen wordt het fietsen met honden jonger dan 1,5 jaar afgeraden. Tot deze leeftijd is het lichaam van een hond nog te veel in de groei en in ontwikkeling. Fietsen met een te jonge hond, of deze op een andere manier te zwaar belasten, kan ernstige schade toe brengen aan de ontwikkeling van de spieren en botten.

Met niet alle honden kan gefietst worden

Niet met alle honden zijn fysiek in staat om lange tijd naast de fiets te rennen. Honden met een zware lichaamsbouw, te korte pootjes of een te korte neus, zijn niet geschikt om mee te fietsen. Een zware hond zal snel last krijgen van problemen met de spieren en de gewrichten als hiermee gefietst wordt. Honden met een korte neus, zoals bij veel bulldoggen het geval is, hebben bij grote inspanning snel last van ademhalingsproblemen. Ook met oudere honden moet er opgepast worden. Vaak is de gezondheid van oudere honden minder goed, is de conditie niet meer wat het geweest is en worden de spieren en de gewrichten stijver.

Fiets op het juiste tempo

Het tempo van het fietsen moet langzaam worden opgebouwd. Probeer vooral de eerste paar keren korte routes te fietsen en het tempo laag te houden. De duur en de intensiteit van de fietsritjes kan in de volgende keren langzaam worden opgebouwd. Onthoud altijd dat hoe actief en onvermoeibaar een hond dan ook mag zijn, te lange afstanden of lopen op een te hoge snelheid zal geen enkele hond lang volhouden.

Te lange afstanden of een te hoge fietssnelheid kunnen tot gevaarlijke situaties leiden. Een hond zal zich tegenover het baasje namelijk laten kennen en zal daarom niet toegeven aan zijn vermoeidheid. Een hond zal doorlopen totdat hij er letterlijk bij neervalt. Houd daarom een rustig tempo aan en besef altijd dat het rennen naast de fiets veel vermoeiender is, dan het fietsen zelf! Zorg er daarom voor dat de hond altijd het fietstempo bepaald. Laat de hond op een lekker draftempo rennen en probeer nooit uit hoe hard een hond kan rennen. Las tijdens een fietstocht altijd voldoende rustpauzes in, zodat een hond de mogelijkheid heeft om even op adem te komen. Een goede rustpauze heeft een duur van minstens 15 minuten.

De snelheid en afstand

De juiste fietssnelheid is wanneer uw hond in een draf naast de fiets blijft lopen. Een draf is wanneer de romp van de hond nagenoeg stil in de lucht hangt en zijn poten onder hem door bewegen. Een goed getrainde hond loopt op een snelheid van ongeveer 10 tot 14 kilometer per uur en kan per dag een afstand van ongeveer 12 tot 18 kilometer afleggen, mits er natuurlijk voldoende rustpauzes zijn ingelast.

Veilig fietsen met de hond

Het fietsen met een hond is niet geheel zonder risico. Drukke wegen en snel voorbijrazend verkeer kunnen de hond laten schrikken en tot gevaarlijke situaties leiden. Probeer de fietsroutes daarom zoveel mogelijk door rustige gebieden te plannen. Tijdens het fietsen kan er het beste gebruik gemaakt worden van een veer of een beugel, die aan de fiets gemonteerd wordt. Een hond kan hier met een kort riempje aan vastgekoppeld worden, waardoor deze aan de fiets vast zit en op een veilige afstand van de wielen blijft. De hond kan het beste aan de rechterkant van de fiets meegenomen worden (dit is de binnenkant). Het in de hand houden van de hondenriem tijdens het fietsen, kan erg gevaarlijk zijn. Een hond die schrikt of wordt afgeleidt, kan onverwachte bewegingen maken. Deze onverwachte bewegingen kunnen voor vervelende valpartijen zorgen.