Honden
Honden ter adoptieHonden ter dekkingGezochte hondenKennel geregistreerd bij Raad van BeheerKenniscentrum
Alle artikelenRassengidsOndersteuning
Portaal voor ondersteuning & veiligheidDe hoeveelheid water die een hond dagelijks drinkt, is van vele verschillende factoren afhankelijk. Hierbij is de omvang van de hond uiteraard de belangrijkste factor. Grote honden hebben veel meer water nodig, dan hun kleinere soortgenoten. Een goede vuistregel is dat een volwassen hond die in goede gezondheid is, per dag ongeveer 40 tot 50 ml water per lichaamskilo drinkt. Een hond van 10 kilo drinkt dagelijks dus ongeveer een halve liter water, een hond van 20 kilo ongeveer één liter. Het is als eigenaar belangrijk om het drinkgedrag van een hond goed in de gaten te houden. Als een hond plotseling veel meer, of juist minder gaat drinken, dan kan dit duiden op de aanwezigheid van een ziekte of een medische kwaal. Het is daarom raadzaam om direct de hulp van een dierenarts in te schakelen als het drinkgedrag van een hond, plotseling veranderd.
Als een hond plotseling veel gaat drinken en plassen, kan duiden een aantal verschillende ziekten en aandoeningen. De belangrijkste hiervan zijn:
Het drinken van te weinig water kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid van een hond, vooral bij jonge en oude honden. Te weinig water kan leiden tot ernstige orgaanproblemen, het uitvallen van orgaanfuncties, uitdroging en zelfs tot overlijden van de hond. Vooral als het weinig drinken gepaard gaat met braken en diarree, dan is het op schadelijke gevolgen extra groot.
Een dierenarts kan met enkele eenvoudige urineonderzoekjes aantonen, of een hond een gezonde vochtbalans heeft. Een dierenarts meet de waarden in drie tot vijf verschillende urinemonsters. Deze urinemonsters moeten op verschillende dagen en op verschillende momenten van de dag, bij de hond worden afgenomen. Aan de hand van de uitslagen van deze tests kan een betrouwbare diagnose gesteld worden.
De elasticiteit van de huid van een hond, geeft vaak een goede indicatie van de vochtbalans. Door deze huidelasticiteit te testen kan er een klein onderzoekje gedaan worden. Pak voor dit onderzoekje een klein stukje huid van de hond tussen duim en wijsvinger, knijp hier zachtjes in en laat deze vervolgens los. Als de huid direct na het loslaten terug gaat in de oude vorm, dan is het vochtniveau op een goed peil. Als de huid niet direct teruggaat in de oude vorm, maar eventjes ‘rechtop’ blijft staan, dan kan dat wijzen op een tekort aan vocht. Deze vorm van onderzoek is goed, maar schakel bij twijfels over de vochtbalans, altijd de hulp van een dierenarts in!