Sint Bernard

Levensduur9-11 jaar
GewichtMannelijk:60-90kgVrouwelijk:50-80kg
HoogteMannelijk:70-90cmVrouwelijk:65-85cm
Stamboomja
Kenmerken
Maat
Benodigde beweging
Makkelijk te trainen
Hoeveelheid verharing
Benodigde verzorging
Goed met kinderen
Gezondheid van het ras
Kosten om te houden
Kan alleen zijn
Intelligentie
Bent je op zoek naar het Sint Bernard ras?Bekijk actuele advertenties of deel dit artikel met uw vrienden!

Introductie van de Sint Bernard

De Sint-Bernard is een imposante, maar rustige hond. Ondanks zijn grootte is hij zeer sensibel en heeft hij een goed karakter. Maar er moet ook rekening gehouden worden met een zekere mate van eigenzinnigheid, en een soms sterke neiging om zijn territorium te beschermen.

Uiterlijk:

De huidige Sint-Bernard is waarschijnlijk ook met de mastiff gekruist en veel te zwaar om nog als reddingshond te kunnen werken. De schoftmaat is 70-90 cm voor reuen, tegen 65-80 cm voor teven, maar ook grotere honden worden door de standaard toegelaten. Het gewicht kan wel 100 kg zijn. Het hoofd van de Sint-Bernhard is zwaar en heeft een licht geplooide huid. De stop is uitgesproken, de neus kort en vierkant. De lippen zijn enigszins hangend, de hoog aangezette oren vallen in een driehoek tegen de wang. De hals is kort, de halshuid weinig geplooid. De rug is breed, schoft en croupe zijn duidelijk afgetekend en de buiklijn is nauwelijks opgetrokken. De achterhand is licht gehoekt, de voorhand normaal, de voeten zijn breed maar gesloten. De staart is hangend, lang en zwaar. De vacht van de Sint-Bernard is ofwel lang ofwel kort. De beharing is bij beide vormen dicht en ligt tegen het lichaam aan. De kleur is roodbruin met witte aftekeningen aan de borst, poten, neus, nek en staartpunt.

Geschiedenis:

De Sint-Bernard is verwant aan de Zwitserse sennenhonden. Het ras is gefokt uit de honden die vroeger door de Augustijner monniken van het hospitium op de Grote Sint-Bernhardpas gebruikt werden als reddingshond. Befaamd is de hond Barry, die 40 of meer mensen het leven gered zou hebben. Het vaatje met brandewijn (of rum) voor de verkleumde reizigers is echter een verzinsel. Rond 1830 zijn de honden van het hospitium gekruist met langharige berghonden (die de newfoundlander en de pyrenese berghond worden genoemd), waardoor naast de oorspronkelijke kortharige Sint-Bernard ook een langharige variant ontstond. Deze bleek voor het werk in de sneeuw echter ongeschikt. Sinds het einde van de 19e eeuw wordt het ras als huishond gefokt. De eerste officiële standaard dateert van 1887. De Sint-Bernard is sindsdien altijd populair geweest in Europa en Noord-Amerika.