Honden
Honden ter adoptieHonden ter dekkingGezochte hondenKennel geregistreerd bij Raad van BeheerKenniscentrum
Alle artikelenRassengidsOndersteuning
Portaal voor ondersteuning & veiligheidDe oerouders van de grote Zwitserse sennenhond stammen van de Romeinse molossoïde honden af. In 1908 ontdekte de Zwitserse Kynoloog Professor Albert Heim op een tentoonstelling een Berner sennenhond met een korte vacht; Heim vond, dat dit een eigen ras moest zijn en gaf dit ras de naam grote Zwitserse sennenhond.
De Grote Zwitserse Sennenhond heeft qua gedrag en uiterlijk veel weg van de Berner Sennen. Dit ras heeft alleen een korterharige vacht en is iets minder makkelijk op te voeden. De grote Zwitserse sennenhond is een grote, gespierde hond met een zwarte grondkleur en bruinrode en witte aftekeningen. Hij heeft een korte vacht. Hij is iets groter dan de Berner sennenhond, maar makkelijk te onderscheiden omdat de Berner sennenhond een lange vacht heeft. De ogen van de grote Zwitserse sennenhond zijn bruin. Hij heeft middelgrote en driehoekige hangoren. De reu heeft een schofthoogte tussen 65 en 72 cm en een gewicht van maximaal 60 kg. De schouderhoogte van de teef bedraagt 60 tot 68 cm.
De grote Zwitserse sennenhond is een klassieke hof- en huishond. Hij kan meestal goed met kinderen en andere dieren omgaan. Hij is waaks en maakt het gezin op bezoekers opmerkzaam. Hierbij blaft hij weinig.
De hond heeft een consequente duidelijk leiding nodig van een baas met gezag anders wilt de hond de leiding overnemen. De hond is zeer aanhankelijk en vriendelijk tegen bekenden, tegen vreemden mensen en honden in zijn territorium reageert de hond waaks. Naast de dagelijkse wandelingen heeft dit ras geen extra beweging nodig, wel heeft de hond graag de ruimte om zich heen. De vacht heeft weinig verzorging nodig.