Wat kan ik doen tegen de wagenziekte van mijn hond?

Wagenziekte is een verschijnsel dat veel voorkomt onder honden. Ongeveer 1 op de 7 honden heeft er in meer of mindere mate last van. Het is een vervelend probleem dat het reizen met de auto erg onaangenaam kan maken. En wagenziekte komt niet alleen voor tijdens lange reizen, maar ook tijdens korte ritjes kan een hond zich erg ziek gaan voelen. Vooral op jonge leeftijd lijken honden er erg veel last van te hebben. Naar mate een hond ouder wordt en vaker in de auto zit, zal deze vaak over de wagenziekte heen groeien. Een hond die last heeft van wagenziekte zal zich tijdens het rijden onrustig gedragen, hijgen, veel gapen, misschien een beetje beven en vaak komt de speekselproductie op gang waardoor de hond zal gaan kwijlen. Het autorijden maakt de hond misselijk en het kan in sommige gevallen zelfs tot braken leiden.

De oorzaak van wagenziekte

De belangrijkste oorzaak van wagenziekte is een verstoring van de evenwichtsorganen. De vele bochten, hobbels en de hoge snelheid zorgen ervoor dat de evenwichtsorganen van een hond in de war raken, waardoor deze zich gedesoriënteerd gaat voelen. De hond zal onrustig worden en zich misselijk gaan voelen. De wagenziekte onder honden is goed te vergelijken met zeeziekte onder mensen.

Een andere veel voorkomende oorzaak van wagenziekte zijn grote opwinding en angst. Dit komt vooral voor bij honden die in het verleden al eerder wagenziek zijn geweest. Het rijden, maar soms ook de auto zelf, brengt zeer vervelende herinneringen bij de hond naar boven. Door deze herinneringen zal een hond erg gespannen raken. En als een hond gespannen in de auto zit, dan is de kans groot dat deze misselijk wordt.

Wagenziekte voorkomen

De beste manier om wagenziekte te voorkomen is door de hond aan het autorijden te laten wennen, het liefst van zo jong mogelijke leeftijd. Een hond moet leren dat de auto een veilige plek is en dat autorijden niet eng of onaangenaam is. De eerste stap in het leerproces is het wennen aan de auto zonder dat hiermee gereden wordt. Geef de hond een eigen plekje in de auto en laat hem op zijn gemak wennen. De hond moet de auto gaan zien als veilige en vertrouwde plek. De volgende stap is het wennen aan het geluid van een draaiende motor. Zodra de hond gewend is aan het geluid en de trillingen die de motor produceert, kunnen er voorzichtig kleine ritjes gereden worden. Begin altijd met korte ritjes en maak geen scherpe bochten, rijd niet te harden probeer drempels zoveel mogelijk te vermijden. De afstand en de snelheid kunnen in de loop der tijd langzaam worden opgebouwd.

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat een hond niet met een (te) volle maag in de auto zit. Een volle maag zorgt ervoor dat een hond eerder geneigd is te gaan braken. Geef de hond daarom minimaal 2 uur voor de autorit geen eten meer.

Kalmerende middelen

Er zijn diverse kalmerende middelen verkrijgbaar die kunnen helpen. De middelen zorgen ervoor dat de hond gekalmeerd wordt en zich rustig gaat gedragen. De meeste middelen moeten ongeveer 1 uur voor de autorit toegediend worden.